Menu

Contacteer ons
03 755 67 48

Gietijzer in de 19e eeuw (André Godin)

In juni plaatsen we reeds een nieuwsbericht dat wij onze klanten nu ook kunnen verderhelpen met het inrichten van de landelijke badkamer. Niet alleen de (aangepaste) meubels maar ook de gietijzeren baden op pootjes en de reproducties van de antieke gietijzeren radiatoren kunnen wij leveren. Deze maand geven wij u nog wat achtergrondinformatie over het gebruik van gietijzer in het algemeen, in het verleden.
 
Gietijzer werd vooral in de 19e eeuw veelvuldig toegepast. Het is een ijzerlegering met een gehalte van 3 tot 4 % aan koolstof en tot 6 % aan silicum dat zijn vorm krijgt, zoals de naam al aangeeft trouwens - door het gieten in een vorm.
Het basismateriaal ijzer veranderd in de gewenste samenstelling van gietijzer tijdens het productieproces door legering of oxidatie van het teveel aan koolstof en silicum. Men kan het in deze toestand allerlei soorten warmtebehandelingen laten ondergaan.
Het overschot van de koolstof wordt daarbij meestal afgescheiden als grafiet. Er bestaan vele kwaliteiten gietijzer, die variëren van zeer bros tot zeer hard.
Gietijzer werd gebruikt voor de fabricage van machineonderdelen, voor de bouw van bruggen en gebouwen en voor diverse huishuidelijke voorwerpen. Slechts door de opkomst van staal in de loop van de 20ste eeuw vielen grote aantallen toepassingen van gietijzer weg.
In het midden van de 19e eeuw schafte men in vele huishoudens een gietijzeren kachel aan. De voordelen van een maximum aan warmteafgifte tegen een gering verbruik werden zeer op prijs gesteld. Voor veel antiekverzamelaars is een mooie gietijzeren kachel nog een vreemd gegeven... Voor de hard-dy verzamelaar van antiek worden deze kachels, die dus niet ambachtelijk gemaakt werden niet aanzien als "echt" antiek. Deze kachels werden immers reeds in grote reeksen in fabrieken geproduceerd.
De ontwerpers besteden echter veel aandacht aan het uiterlijk, zodat men ook nu nog soms echte pareltjes op de kop kan tikken. Een fraai markant uiterlijk is typerend voor deze 19e eeuwse kachels. Verzamelaars vinden ze zeker de moeite waard.
In heel West Europa (Tjechië, Ierland, Frankrijk, België) trof men fabrieken aan. Denken we aan de mooie Ierse voorzethaarden, de haardplaten die achterwanden van vuurplaatsen beschermden (reeds in de 17e en 18e eeuw) met pastorales, engeltjes, enz..
Echter, de vooruitstrevendste en nu nog steeds bekendste gietijzer fabrikant en -ontwerper is ongetwijfeld de Fransman André Godin (1817-1888) die gespecialiseerd was in gietijzeren kachels.
Reeds in 1840 startte de toen 23 jarige Godin in een boerengehucht in het hart van de Thierache, Esquehieres een bedrijfje in kachels. In 1842 begon hij wegens het grote succes een eigen metaalgieterij in een kleine loods, maar ook deze was al spoedig te klein.
Ondertussen werkte hij reeds met een 30tal werknemers en verhuisde hij naar Guise. Hij nam patenten op zijn ontwerpen en producten, maar deze werden toch ongestraft nagemaakt door de concurrentie. Desondanks groeide zijn bedrijf in hoog tempo. De belangrijkste reden van zijn succes was innovatie. Hij liet patent op patent vastleggen, verbeterde zijn producten op technisch en estetisch vlak en experimenteerde veel. Zo behield hij de eerste plaats op de gietijzer markt met zijn atelier/fabriek. Godin was trouwens ook een uitstekend manager. Een van zijn grote successen was het mechanisch gieten van ijzer.
In 1880 was zijn bescheiden werkplaatsje reeds uitgegroeid tot een bedrijf met 2000 werknemers ! Dit verbaasde veel van zijn tijdgenoten. Deze scepsis werd veroorzaakt door de geringe economische mogelijkheden van het Aisnegebied in Frankrijk. Deze regio lag ver verwijderd van grote verkeersaders en stedelijke markten en was bovendien arm aan grondstoffen. Godin bekeek het echter anders : in deze streek was een groot aanbod van potentiële werkkrachten die minder eisen stelden dan de arbeiders en werknemers in de grote steden. Zijn arbeiders toonden steeds een grote inzet om de Godin producten kwalitatief af te leveren. Godin aan de andere zijde, had als socialist veel over voor zijn arbeiders en zorgde voor sociale maatregelen ten gunste van zijn werknemers. Hij liet voor zijn arbeiders woningen bouwen, met een voor de 19e eeuw zeer hoge norm aan veiligheid, hygiëne en comfort. Hij zorgde er tevens voor dat zijn werknemers konden genieten van een uniek stelsel van sociale verzekeringen, hij stichtte scholen, stimuleerde een gezonde vrijetijdsbesteding en liet zijn werknemers zelfs medelen in een stelsel van winstdeling.
Tenslotte werd het bedrijf een co-operatieve arbeidersvereniging op initiatief van André Godin.
Tot in 1968 was het bedrijf nog productief, dat is 128 jaar !
Wanneer men de naam Godin hoort denkt men vandaag vooral aan de kachels die zijn naam dragen en die tot vele jaren na de 2e Wereldoorlog nog volop in gebruik waren. Uit bovenstaand verhaal blijkt echter dat hij ook toonaangevend was in het ijzergieten en dat hij tevens bekend is vanwege zijn vooruitstrevende sociale ideeën. Jammer dat daarvan minder terug te vinden is in de geschiedenisboeken !
(naar artikel uit Antiekencyclopedie van H. Halbertsma).
Gietijzer uit de 19e eeuw
 
Terug naar het nieuwsoverzicht
Back to Top